Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): ambtelijke teksten 1250-1800: ieper_1733_1

<begin>
</begin>
<main>
Naerder ordonnantie oft reglement gemaeckt by mynheeren hooghballiu vooght schepenen raeden ende hooftmannen der stadt Ipre tot beter directie ende vervoorderinge van de saecken van de Weeserye Myne heeren den hoog-bailliu vooght scbepenen raeden ende hooftmannen bemerckende soo by de dagelyksche ondervindinge als door de klachten ende rapporten die hun gedaen zyn geweest dat diversche abusen ende ongeregeltheden zyn geglisseert in de directie van de saecken ende het beleet van de proceduren ter Weeserye contrarie niet alleenelyck aen hunne voorige ordonnantien nemaer oock aen de gedecreteerde costume deser stede niet sonder groote verachteringe van de affairen aldaer ressorterende jae dickmaels tot irreparabelen interest van de poorterlycke weesen die door de quaetwillige oppositie van de gone die het aengaet somwylen menige jaeren blyven onbevooght ende hunne goederen onverdeelt sonder inventaris ende sonder rekeninge ende willende daer in voorsien hebben gestatueert ende geordonneert statueren ende ordonneren by desen de pointen ende articulen hier naer volgende
Art 1. In den eersten dat de gecommitteerde ter voorseyde weeserye ordinairelyck zullen vergaderen dry dagen te weke Te weten t'elcken donderdag vrydag ende saterdag in plaetse van t'elcken dyssendag donderdag ende saterdag als by d'ordonnantie van den 11 january 1656 art 1 is geseyt verklarende myne voornoemde heeren dat den voorderen inhouden soo van het eerste art als van de voordere articlen van de voorseyde ordonnantie zullen strictelyck worden onderhouden in alle syne poincten op de restrictien ende verklaringen hier naer volgende
2. Amplierende myne voornoemde heeren 1 het 3 en 4 article van het voorseyde reglement Soo zal onsen oppervooght aen de gecommitteerde ende secretarissen ofte klercken alle maenden eenen dag stellen om in hun collegie te visiteren de registre van weese-rekeninge om op te nemen ende te doen dagwaerden de vooghden die sy zullen bevinden aen het doen van rekeninge onderworpen te wesen in welcke registre van weese-rekeninge zullen de secretarissen ofte klercken aenstonts naer het bevooghden van weesen daer noch vader noch moeder en is ofte daer dat aen de weesen eenig vraemgoedt toekomt waer of noch vader noch moeder 't inkomen en hebben een pargie geven aen ieder weese annoterende den dag van de bevooghdye ende van het gedevolueert vraemgoet om soo te konnen sien wanneer de vooghden schuldig werden te rekenen
3. Dat alle de overgebroghte staeten gedaen weeserekeninge alle de registers van belastingen van vooghdyen van slooten van rekeningen van resolutien ende van borgtochten zullen blyven rusten in het comptoir neffens de kamer van de Weeserye welck comptoir zal sluyten met twee diversche slooten waeraf een slotel zal rusten onder den oppervooght ende twee slotels aen het tweede slot onder beede de secretarissen ofte klercken ende zal het selve comptoir geopent worden t'elcken vergaert dag ende open blyven tot dat t'collegie geslackt wort maer zal het registre van causen blyven in de vergaert kamer sonder dat het selve zal mogen verplaetst worden tenzy by consent van oppervooght ende gecommitteerde ende zullen alle de voorseyde registers gecotteert ende geparapheert worden
4. Ende by aldien oppervooght gecommitteerde ofte secretarissen om merckelycke redenen noodig hadden naer huys te dragen eenige staeten rekeningen van weesen registers ofte andere bescheeden die ter Weeserye moeten rusten zullen notitie houden naer voorgaende permissie van het collegie op een particulier registre by wien en wat=staet rekeninge registre ofte bescheet sy hebben uytgelicht met de daete van den uytdragt welcke bescheeden sy binnen de acht dagen daer naer gehouden zullen wesen wederom ter weeserye op hun plaetse te doen rusten op de boete van dry pondt parisis ten profyte van het busken van de weeserye voor ieder bescheet dat sy langer by hun zullen blyven houden ende om de contraventien te ontdecken zal by de gecommitteerde het voorseyde registre wekelyks gevisiteert worden die oock den contraventeur in de voorseyde boeten zullen mogen condemneren
5. Voorts breeder uytleggende den inhouden van het 32 art van de meergeseyde ordonnantie declareren dat in de toekomende alle rescriptien ende octroyen zullen moeten geparapheert worden door oppervooght ende in syne absentie door den presiderenden gecommitteerden boven het handt-teecken van eene der klercken ofte secretarissen alles op pene van nulliteyt ende dat de gone contrarie doende zullen gecorrigiert worden naer de gelegentheyt van de saecken ende bovendien responsabel blyven van de schaeden ende interesten die de weesen ofte vooghden daer door zullen doen blycken geleden te hebben
6. Het registre van namptissementen zal rusten ter Weeserye in de weesekiste op peyne van arbitraire correctie jegens degone die het aengaen mag en zullen in toekomende alle de namptissementen van weesepenningen in de Kamer van de Weeserye gebeuren present den oppervooght ende eenen gecommitteerden ende in syne absentie twee gecommitteerde de welcke zullen parapheren het namptissement-billiet dat aen partyen gegeven wort als oock het dictum der selver dat op het registre van namptissementen gestelt zal worden op pene dat op andere namptissementen alsoo niet gedaen zynde geen regard genomen en zal worden ende zal de ontlastinge en het lichten van de voorseyde penningen gebeuren op de selve forme ende maniere als vooren is geseyt
7. Beede de klercken ofte secretarissen der voorseyde weeserye zullen in het toekomende neerstig ende sonder interruptie involgen alle de saecken die hun by onse gecommitteerde worden van officie wegen bevolen op pene van daer over gecorrigiert te worden by mynheeren vooght ende schepenen

##

19. Ordonnerende myne voornoemde heeren dat dese ordonnantie zal worden in drucke gestelt ende gepubliceert ten plaetse ordinaire op dat niemant daer af en pretexere cause van ignorantie
</main>
<end>
Aldus gedaen geresolveert ende gedecreteert ter vergaederinge van den 14 december 1733
Onderteekent G J FLORISOONE
Gepubliceert ter bretesque door Charles J Berten klercqsignant den 13en des jaers 1734.
Onderteeckent C J BERTEN
</end>