Lijst
Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): ambtelijke teksten 1250-1800: leiden_1716_1
<begin>
</begin>
<main>
1. Mr Abraham van Alphen hoofdofficier der stad Leyden eyscher van 's heeren weegen in cas van delict beklaagt voor de EA heeren scheepenen der voors stad Jan den Haan gebooren tot Leyden out 49 jaaren laatst als droogscheerder gewerkt hebbende op de winkel van Davit Clignet coopman ende fabriqueur van lakenen binnen dese stad jegenwoordig sijn gevangen hem aanseggende dat off wel bij de EGA heeren die van den geregte deser stad van tijd tot tijd de nodige praecautiën waaren beraamt en vastgesteld so om het ambagt van droogscheeren en lakenbereyden binnen dese stad te bevorderen ende in weesen en eere te houden als om de ongeregeltheeden onder die van het voors ambagt te resulteeren voor te komen ende dat tot dien eynde waren aangesteld gildemeesteren van het voors aanbagt omme door haar authoriteit de quaestiën onder die van het voors ambagt ontstaande niet kennisse van saken te modereren ende af te doen ende dat alsoo souden werden geweert de soogenaamde courtvergaderingen bij de gasten van het voors ambagt so in de vaantjes als elders gehouden als wanneer de quaestiën wegens die van het voors ambagt na haar appetijt opgeraapt in een soogenaemde court werden ingebragt ende afgedaan met straffe ofte verweysinge in notable geldbreuken ende waarvan doorgaans een goed gedeelte met ongebondendheid tot diep in den nagt in den gelage werd gedissipeert ten bederve van haar behouftige en onnosele familiën opwerpende de voors gasten haar alsoo tot meesters van het voors ambagt ontrekkende haar de schuldige gehoorzaamheid en vilipendie van haar gesubordineerde overigheid ende opregtende een pretense nieuwe hatelijke inagistrature waardoor den coopman ofte fabriqueur ontset werd om behoorlijke directie op sijn winkel te kunnen houden ende vervolgens van alle traficq op sijn winkel werd berooft ten onvermijdelijke ruïne van de traficq en coopmanschap binnen deese stad ende verdere insupportabel verval tot lasten van de gemeene armen gelijk dan ook specialijk tot weeringe van die voors disconveniënten bij de keure deser stad gepubliceert den 21en October 1700 de voors courtvergaderingen en het assisteeren van [dien] strengelijk sijn verboden geworden op poene als perturbateurs van de gemeene ruste aan den lijve gestraft te sullen werden naar exigentie van saken egter hij gevangen niet ontsien heeft ter occasie dat den voorn David Clignet wegens een laken van sijn winkel soude naar sijn gevangens voorgeven hebben gesegt gehad dat het een geschooren was en het andere niet 'tselve aan de gasten van de voors winkel te verhalen Dat de andere gasten van de voors winkel ten selve dage nog hebbende doorgewerkt hij gevangen benevens Steven van der Tuyn sijnde mede een droogscheerdersgast op de voors winkel des anderen daags als wanneer de voorn andere gasten mede wederom op de voors winkel waaren gegaan bij den voorn David Clignet in praesentie van de andere gasten van de voors winkel geroepen sijnde den voorn Clignet aan hem gevangen ende den voorn van der Tuyn gevraagt heeft of hij David Clignet tegens haar niet heeft gesegt gehad het schijnt of het een geschooren ende het andere overgeset is
Dat hij gevangen daarop hebbende geantwoord ja de andere gasten van de voors winkel tegens hem gevangen hebben gesegt gehad hebbie ons dan gisteren loogens wijs gemaakt als wanneer hij gevangen egter niet heeft ontsien te antwoorden dat den baas geseyd hadde dat het een geschooren was ende het ander niet ende dat hij gevangen 'tselve soude staande houden Dat den voorn David Clignet den gevangen enden den voorn Steeven van der Tuyn mitsgaders de andere gasten van de voors winkel voor opgemelde gildemeesteren hebbende ontboden ende aldaar gecompareert sijnde alsdoen op den 4en July van den jare 1716 deselve gildemeesteren bij haare uytsprake hadden verstaan ende geordonneert dat de andere gasten van de voors winkel op Maandag daaraanvolgende wederom aan 't werk souden gaan ende dat hij gevangen benevens den voorn Steven van der Tuyn weder op een winkel soude mogen werken met expresse vermaninge van de voorn gildemeesteren van geen courtvergaderingen te houden als strijdende tegens de resolutie van de EG A die van de geregte en welke gildemeesteren alsdoen deselve resolutie aan hem gevangen en de andere gasten hebben voorgelezen
</main>
##
<end>
Actum bij alle de heeren scheepenen den 22en July 1716.
</end>