Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): ambtelijke teksten 1250-1800: leiden_1785_3

<begin>
</begin>
<main>
In antwoord op de 3 voorgestelde poincten door de superintendenten geeven de ondergeteekende hunne gedagten dat schoon sij dienende leeden van de halle zijn egter niet in het minste in 't oog hebben haar eygen intrest als loontrekkende schoon het meest al de leden anders als ondergeteekende sullen denken en mogelijk advieseeren sullen De supplianten uit dien hoofde antwoorden sooals sey meenen in gemoede en verpligt op de voorgestelde vragen te moogen en te kunnen voordraagen
Op het eerste poinct off en in hoeverre de fabrieqhal namelijk de warp- en fusteynhal want in sooverre dunkt ons moet dit bij die leeden werden int oog gehouden sonder prejudisie van de fabrieq soude kunne gemist werden antwoorden de ondergeteekende vooreerst dat daar de warp- en fusteynhal dit afgelopen half jaar aan de stad na aftrek van alle de weddens der bedienden de leges aan de heer hoofdofficier burgemeesteren en secretarissen circa f 200-- sal verantwoorden egter bij vermindering van de fabrieque wijnig jaaren meer op sijn self sal kunnen bestaan off komt ook al tot laste van de stad en dus de stadskasse tot meerder beswaar
Ten tweeden kunnen de supplianten U onder het oog brengen dat van die f 200-- die aan de stad zal werden verantwoord nog dit jaar f 189--8-- door schamele werklieden is betaald voortspruytende uit de boeten die door de warandeurs op de stukken na bevinding van de slegtheyd der goederen zijn geslagen
Ten derden kunnen de supplianten niet nagaan dat door al de wetten en waarvan er in weynig jaaren een aantal is bijgekomen iets met vrugt tot maintenu van de fabrieq is toegebragt jaa soodat veele soo elkander tegenspreeken dat de supplianten met beswaar jaarlijks den eed daarop presteeren maar integendeel den fabriceur aan banden word geleyd waardoor men de koopluyden buyten deese stad hunne aldaar gesogte goederen niet in die smaak heeft kunne besorgen sooals die dat begeerde en dus genoodsaakt sijn tot andere goederen over te gaan die wij niet fabriceeren
Ten vierden kunnen de supplianten niet gelooven dat in onse stad oneerlijker fabriekeurs en werkluyden sig bevinden als op andere plaatse waar de fabrieq aan geen hal verbonden is als te Haarlem Uitregt Hilversum en elders en dus wij maar gelijk souden staan met de fabriquers buyten onse stad
Ten vijfden is het beswaar waarmeede onse fabrieq gedrukt word al vrij important Ieder der weefgetouwen dat in de stad een rond jaar word aan de gang gehouden is belast ten minsten niet 7 gulden dus een fabrieceur die 20 getouwen jaarlijks aan de gang houd aan laste betaald 140 à 150 guldens en waarvoor een fabrieceur wijnig of geen voordeel bij 't aansijn der halle geniet dat de supplianten sullen soeken te betoogen
Ten eersten van de 18000 stukken die dit jaar sijn gefabrieseerd zijn er circaa de helft daar door de fabrieceurs voor is betaald over de 1300 gulden daar den fabrieceur nog de fabrieq eenig voordeel ter weereld van heeft want deselve ondergaan geen warandiese en worden alleen gemeeten met dat voorregt dat men een lang lood krijgt aan sijn stuk dat geen duyt waardig is daar een fabriequer aan deese halle is verbonden om volgens dat lood te moeten verkoopen en geen andere looden aan sijn goederen te mogen doen als het lood van de hal daar de fabriquers van de laakens zijn ontheeven vermits die boden aan hunne stukken doen van de lengte der stukken met bijvoeging in de stempel door ons selff wel gemeeten
</main>

##

<end>
[W g] Carel de la Leyne Jan Latour Jun Jan de la Leyne Johannes la Lau Junior notabelen
</end>