Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): narratieve teksten 1575-2000: holland_1617_bredero_2

<titel>
Spaanschen Brabander
Tot den goetvvilghen leser
</titel>
Indien de mensche  soo goedtaardich  waare gheschapen dat sy vaardiger  waren  int verbeteren  en tragher int berispen van yemants ghebreken so souden sy de volmaacktheyt des alderhoochste  nader komen en haar  zieltjes in alle deelen  verbetert sien Maar laas  ons is uyt der natuure die kranckheyt inne-geboren dat wy eer de splinter in eens anders als de balck in onse eyghen óóghen vermercken  O tastelijck  ghebreck  voor gheen ghebreck bekent  een yder liefkoost en vleyt sijn selven  in sijne dwalingh en straft  met alle strengheyt de doolinghe  van sijn even naasten Wat zijn wy verkeerde  blinde  en gunstighe  Rechters in het kreucken  en bedecken van onse misdaden  en wat zijn wy onrechtveerdighe Beulen en helsche Tierannen in het uyterste  vervolghen  en tschavoteeren  van eens anders lelijckheden  dit weten wy arme  schepselen met een cierelijcke deck-mantel aardich  te bekleden gelijck als of wy Godt daar mede een aangename dienst aan deden niet eens  over-legghende dat wy van binnen ons soo veel hebben te herstellen en ver-schicken dat wy buyten ons selven niet eens behoeven te treden om werck te vinden vermidts  in een ygelijcks tuyn  genoech te doene valt Maar wat ist Een yder  siet uyt en niemant siet in In dese ghemeene Heer-baan heb ick my soo verre verlóópen  dat ick na de ghewoonte van veel Dichters en Schryvers met ander lieden fauten gesocht  hebbe te proncken  Want ic stel u hier naacktelijck  en schilderachtich  voor óóghen de misbruycken van dese laatste  en verdorven werelt de ghebreckelijckheyt  van onse tijdt en de Kerck en straatmaare  mishandelinghen  van de gemeene man  doch onder andere heb ik mijn eyghen bekende  swackheyden niet vergeten biddende den Almogende dat hy de myne en den uwen ghenadelijck wil te hulpe komen want hem ist bekent dat ick dit niet uyt haat noch om yemant te vertoornen noch te verbitteren maar om my en alle menschen te verlustigen en verbeteren gedicht en gheschreven hebbe Isset sake dan dat ick  eenighe vrome  oprechte  deghelijcke en deuchdelijcke  lieden onverhoets  en buyten mijn weten hebbe vergramt  ick versoeck neffens dese  ernstelijck dat syt mijn onbedochtheyt  en kleyne kennisse   wijten en myne vergrypinghe  met een beter  verschoonen  soo  sal ick ghedwonghen zijn haar goede voorgangh  te volghen en myne haters achterklappers  en lasteraars beschuldingen  en bescheldinghe  gheduldelijck te dragen en met een wel-ghetroost gemoedt  sachtsinnich opnemen en soetjes  by mijn neder-setten  want soo weynich als mijn de onverdiende lof van myne al te gunstighe  my kan vorderen  immers en alsoo luttel  kan my schaden den laster der kenschuldighe  der eensydighe  der nydighe  die inghenomen zijnde met  quaatwillicheyt en vooróórdeel gheene dingen hoe goedt oock datse souden mogen zijn on-veracht noch onbescholden laten Maar daar-en-teghen de vrye  de sye-lóóse  en verstandige en kreunen sich niet aan  onbescheyden  vonnissen van soo-danighen volckjen sy onderscheyden sy schiften sy siften sy keuren sy kiesen en beproeven  der saken waardicheyt  aan de ongevalschte waarheyt Het heeft eenige rechtsche of averechtsche gheleerde Doctoren  met sommi-ghe hypokrytesche schijn-heylighe ghelieft onse Spaansche Brabander  in sijn eere te spreecken  sonder dat sy de man ghesien noch gehóórt hebben Daar over  hebben wy besloten dat wy hem int licht wilden laten gaan op dat hy hem  by al de werelt  en insonderheyt mocht verantwoorden tegen de ghene die met een gheveynsde suyverheyt  hem van te  schandelijcke oneerlijckheyt  by elck een verdacht ghemaackt hebben op dat hare  looghens en syne vromicheyt  sich openbaare Ick noch hy en ontkenne niet of hy heeft wel over hem  dat te beroepen  is maar wien en wat  isser dat volmaackt in alles is daar is niets onberispelijcx als Godt Maar soo  de ghemeene Spee -len  van ouwts af niet anders en verhandelden  als het gene by de ghemeene man ommegingh  so hebben wy dan na de kleyne ervarentheyt  van de wereltlijcke dinghen  ons volck  niet hóógher  doen spreken dan sy  en  verstaan  of daghelijcx mede ommegaan Dat is een Smit van yser en koolen een Schilder van sijn veruwen  een Schoen-maker van sijn leesten het welck ons niet onvoeghelijck en docht nu waren wy ghenootsaackt volgens ons voor-genomen inhouwt twee lichte Vrouwen sprekende te maken de swaricheyt  wel overdocht zijnde vonden wy niet beters  dan datmen die van hare nee-ringh ooc souden  laten spreken alsoot  oock wel te dencken en gelooven is dat sy de Schriftuur  niet al te kies te keurelijck  en te scherpsinnich door-soecken en meer met vleeschelijcke dinghen haar  bemoeyen dan datse met over-natuurlijck  verstant Landen en Luyden  in de Waach-schale stellen  Is haar geylheyt  wat ongebreydelt en slordich  wy zijn de eerste niet  de Grie-cken de Latijnen hebbent ons wel-lustelijc  voorgedaan Dat blijkt aan Aristophene  Plauto  Terentio  en eenige andere onbeschaamde  die nochtans van  de huydensdaachse School-gheleertheyt  de jonghe jeucht voor klock-spijs en leckerny inghegheven wordt dit lóópt  altsamen wel onbesproocken deur maar tgheen op een Tonneel vluchtich wert  verhaalt wert by elcker-lijck  schier voor doot-sonde gedoemt daar  sy  nochtans op straat binnens huys en elders  God betert daglijcx veel erger hóóren en doen Sulcke en dierghelijcke schurfde schapen  blaten aldermeest van de onreynicheyt andere al te barmhertighe  en mogen  niet veelen datmen de godlóóse vinders  van bedroch en schalckheyt  wat over de heeckel haalt Ick kent  het is een slap-  heyt in mijn dat ick de erelóóse-geen-noot-hebbende-moetwillige-Bancke-roetiers  die haar goet aansien en ghelóóf  by de lieden met eeren  misbruy-cken en diefs ghewijs  de vromen tharen onbruyck  arm en ellendich maken niet en kan troetelen noch na de mondt spreken ghelijckerwijs alsser veel Fielen  en Rabauwen  doen die de buyt  tsamen staan of die  an tselve evel sieck zijn en wel lichtelijck  den eenen dach of den anderen het op-gheven  en deurgaan  sullen Ick ben soo kleen als ick mach  maar soo groot  en goedt van ghemoedt dat ick  soo een stuckedrochs niet en kan toestaan soo een ver-doemelijcke schelmery noch ick en kan niet onbeklaagt noch onbeschreyt laten de ghene die door onghevallen  tot een bedroeft verlóóp moeten ko-men  Nu heb ick t inder waarheyt op niemant int besonder ghemeent maar heb de kluppel  int hondert  blindelingh geworpen luck raack ghetroffen is volcht  het Rijmpje Doetet u seer wachtet u meer 
Die beleeftheyt heb ick ghebruyckt  dat ick een ander tijdt hebbe ghenomen  op datmen te minder beduydenisse op  de teghenwoordighe levende en soude maken ghelijck ick oock niet ghedaan en hebbe De Brabantsche Tale heb ick tot geen ander eyndt  hier in ghevoeght als om haare arme hovaardy an te wijsen  dat sy also wel  haar lebbicheden  heeft als de botte  Hollanders  die sy  soo wel niet en konnen volghen  als wy-lieden  haare mis-spraack  Dit zijn dan vriendelijcke Leser of Leserin de oorsaken en de dinghen die mijn hebben beweegt  te doen drucken mijn Brabander die van veelen  lachterlijck  belogen is en die ick wensch datse u so wel mach behagen als sy  de beste en braafste lieden voor desen  heeft gedaan soo ick dat vermerck  sal ick my spoeyen  om UL  eerlangh  een kluchtigher en veel gheestigher  ghemeen te maken  Hier mede wil ick u niet langer ophouden Leest met lust  en trect tot uwen dienst  het gene dat u wel ghevalt  en gheeft my voor mijn groote en willighe  moeyte een vriendelijck gesicht het sal loons ghenoech zijn
Voor uwen altijdts bereyden en jonstighe  GA Bredero