Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): narratieve teksten 1575-2000: holland_1648_coster_1

<titel>
KORTE VERKLARING vande SES EERSTE VERTONINGEN
Gedaen binnen Amsterdam op de EEVWIGE VREDE
Den 5 Iunij 1648
In het Midde-Toneel
</titel>
AMphion Koninck van Thaebe braght door zijne lieflijckheyt en zachte regeringe de Stadt tot welvaert liet toe alles wat toelatelijck was sonder nochtans dat Konincklijke achtbaarheyd te krenken zo deede na tijdts gelegentheyd ook Prins Wellem op dat allerley slagh van volckeren hier in vrede en vryheyd mochte woonen handelen en nevens andere burgers haeren neringe oefenen
De vertoning is gestoffeerd met de persoon van Amphion vergeselschapt met Gerechticheyd Wijsheyd Voorsichtigheyd Kloekmoedicheyd Stant-vasticheyd Sterkheyd Onperdijdicheyt &c
Het opschrift is Moderata Durant dat is maat Hout staat

De Duytsche vaarsen sijn
Gelijk Amphion door zijn deughden en goed-aerdichtyt
En bot te vieren bracht tot d'alderhoogste waerdicheyt
De Stat van Thaebe lokt Prins Wellem door verstand
Het volk van alle slagh en nering hier in 't Land

In het tweede Toneel Zijnde de Rechter zijde word vertoont
NUma Pompilius die om alle Staten met goet fatsoen te bestellen zet de Goods-dienst tot des Roomschen volken beste vast nevens dat hy met rechtvaerdige wapenen en behoorlijke wetten wyselijk bewaert Soo deed mede Prins Mauritius die niet minder de Godvruchtigheyd als 't Lands gerechte vryheyd in acht nam Het Toneel wort bekleet met Gerechtigheyt Goods-dienst Kloekmoedicheyd Raad Daad en Stantvasticheyd met de Lijken der grooten onder Oorloog omgekomen waar by gestelt word een oude vrouw int swart met een Mandragora en myrte tack inde hand uytbeeldende de vergetelheyt
't Woord van deeze Vertoning is Tantae molis erat &c willende daer mede seggen wat heeft het al arbeyt en moeyten geweest de Staat vast te stellen

Neerlandsche veersen zijn
Dits Maurits Oorloogs Held en maackten oock zijn werk
Van vast te stellen staat en Goods-dienst inde kerk
Gelijk als Numa die dat voorschrift heeft gegeven
Aan alle Voorsten om in zekerheyt te leven

Derde Vertoning
Aen de Slinker zijde is gestelt Fabius Maximus
DIe den starcken trotsen en onver'tsaeghde Hanibal onder de wapenen verduurde en Italie deede Ruymen Hier by word vergeleken zyn Hoogheyd Frederik Hendrik Prinse van Orangie die in Raad overal t'huys en in Oorlogh onvergelijkelijk was van wien de vyanden des Vaderlans zo veel werk maakten dat zy het glinsteren van zijn geweer in de oogen niet langer konden verdragen De Vertoning wort uytgebeelt met Goods-dienst 't heylige Gerecht Wysheyt Kloekmoedigheyt Stantvastigheyt Goede-Raat en Dapperheyt

Hier op wort gepast het Latijnsche vaars van Ennius
Unus Homo nobis Cunctando restituit rem &c
Pugnando
't gerijm hier van is in onse tael
De dappre Frederik in Oorlog en in Raad
Volght Fabius zijn gangh en maakt noch vaster staet
Verduurde dien dien 't scheen dat niemand kon verduuren
En laat ons vrede naa met alle naa gebuuren

<titel>
De Vierde vertoningh
Weder in de midde en Beeld-uyt
</titel>

DE Keyser Augustus die na alle zuur van den Oorlog het zoet van den Vreede geniet en mildelijk de smakelijke vruchten der zelve anderen mildelijk mede deelt Gelijk als doet zijn Hoogheyt Prins Wellem in wien des Vaders deughden glinsteren
Op dit Toneel schryven wy de spreuk van Seneca

Pax una triumphis innumeris potior
en In Nederduyts aldus
Gelijk Augustus quam in Vrede binnen Rome
Is Wellem nu tot zijn en onse Luk gekomen
Zy Gode Lof die voorts het warrige gebroet
Tot reden brenge door zijn liefelijk gemoet

<titel>
De vijfde Vertoning ter Rechter-zijde
</titel>
Argus met hondert oogen daer mede bediedende de Heeren Staten van Holland die haer door het lieflijck pijpen van eenen Looze Mercurius hy kome waer van daen hy kome nimmermeer in 't slaap laten spelen maer de koe dat is haar elk aengename Vaderland als wakende sorg-dragers wel sullen bewaren

't Sprek woord is Die de Koe zijn is vatze by de Hoornen
Ik merk ik zie ik weet hoe listich elk getracht
Heeft deeze Mellik Koe te krijgen in zijn macht
Maer neen ik slaape niet ik zal my niet vergrijpen
Als andre deeden door Mercurius Lieflijk pijpen

<titel>
De Seste Vertoning ter slincker zijde
</titel>
BEhoeft geen uytleggen Mars word geboeyt Vulkanus het wapensmeden verboden 't Oorlooghs volk betaalt en afgedanckt en tot alderley werk geweesen en die niet en wil en in ongeoorloofde Oorloogs losheyd in tijde van Vrede meent te volharden word aengewesen dat dwang goet sal zijn om zulx te beletten

Dat zich de woeste mensch tot werken weer begeeve
Want dat hy denke van de Bedel-zak te leven
't Zal mis zijn Hier is drank en spijs te koop om zweet
Voor die 't zoo niet en lust is 't Rasphuys al gereet

Dr S Coster
t'Amsterdam Gedruckt voor Ian Banningh Boeckvercooper by de beurs 1648