Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): narratieve teksten 1575-2000: holland_1792_fokke_1

<titel>
[De moderne Helicon]
</titel>
Wel Edele zeer aanzienlyke Heeren Beöefenaars Begunstigers van Kunsten en Weetenschappen
Geachte medeleden
Welke zeldzaame uitwerkselen het lighaamsgestel op de ziel kan hebben is te bekend dan dat ik t UL breedvoerig behoeve te betoogen Men weet dat eene koortsige ongesteldheid somtijds de zonderlingste uitwerkingen op den geest oefent dit immers kan ieder die veel met de herssens gewoon is te werken aan zig zelven ondervinden een geval van dezen aart mij zelven onlangs bejegend zal denk ik niet geheel UL aandacht onwaardig zijn Vergunt mij daarom een kleine poos gehoor ter voorleezing van eenen zonderlingen Droom welke mij vóór eenige dagen de nachtrust gestoord heeft doch verschoont mij zoo het verwarde brein mij mooglijk dingen voor t ziels-oog gebragt hebbe die niet na aller wijze van denken eveneens beöordeeld worden Droomen weet men alhoewel zij doorgaands zeer redenloos en paradox zijn kunnen echter somtijds zo een natuurlijken samenhang hebben dat zij ons dikwijls als t ware de Wolk voor Juno doen omhelzen waarom ook de Sceptische Wijsgeeren de droomen tot eenen grond namen om de wezenlijkheid van onze gewaarwordingen in twijfel te trekken daar zij tusschen den waakenden en slaapenden stand geen onderscheid meenden te zien en geen grond vonden om zig te overtuigen dat zij waakende werkelijk waakten Men bestrijdt deze Wijsgeeren door hen te doen opmerken dat er in den droom maar zeer zelden een doorgaandsche aanëenschakeling van oorzaaken en gevolgen plaats hebbe welke integendeel in den waakenden stand bestendig opgemerkt wordt dit gebrek van samenhang zal ook moogelijk in mijnen Droom voorkomen doch Gij aanzienlijke Vergadering Gij die in een dubbelen zin waakenden genoemd moogt worden verschoont deze onregelmaatigheid deze somtijds kruipende speeling eener bewolkte verbeelding
Maar zult ge mij mooglijk stilzwijgend toevoeren zal het verhaal van dezen uwen droom ons wel zo veel nuts toe brengen dat ge met eenig recht van ons vorderen kunt dat wij deszelfs natuurlijke onregel-maatigheid ter liefde van het aangeleerde zullen kunnen veronächtzaamen en deze uwe vraag moet ik hoe ongaarne ook met een volmondig Neen beantwoorden Slechts enkelen onder mijne geachte Hooreren zullen er eenige nuttige toepassingen uit kunnen afleiden de overigen zullen er mooglijk alleen dat nut uit kunnen trekken van zig eenige oogenblikken met de grotesque figuuren van eenen bedwelmden schildergeest vermaakt te hebben Daarom gij allen vergeet voor een poos het nuttig einde waartoe gij hier vergaderd zijt vergeet dezen pragtigen en tot ernstiger oefeningen geschikten Tempel trekt even als of gij u ter nachtrust wildet voorbereiden uwe aandacht geheel af van al wat u omringt mijmert - droomt - met den droomer
Vóór eenige dagen las ik kort vóór dat ik mij ter ruste begaf de Courant nog eens over en wel in t bijzonder de verscheidene Advertentiën die mij altijd om hun zonderling mengsel zeer vermaaken Ik begaf mij daarop ter ruste maar geraakte door zwaare verkouwdheid zeer ongesteld zijnde welhaast aan t mijmeren en eindelijk aan t droomen Ik verbeelde mij nog bestendig in de Courant te leezen en daarin deze Advertentie met drie sterretjens aan den kant getekend te vinden

*** 'Phebus apollon de delos Marchand dinstrumens Poëtiques au grand Magazin de Poësie & de Versification sur lHelicon maakt aan alle Heeren en Dames begunstigers en beöefenaars der thands zo zeer in den smaak zijnde Rijmkunde bekend dat hij onlangs zo wel uit Duitschland als Vrankrijk bekomen heeft een aanmerkelijk assortiment der allernieuwste Instrumens Poëtiques Bouts rimez Dictionnaires Poëtiques enz dienstig voor allerlei soort van gedichten welke in deszelfs Magazin Poëtique daaglijks voor ieder te zien en tot de naaste prijzen zo wel te huur als te koop te bekomen zijn de Brieven franco NB Den liefhebberen wordt bericht dat het Schip der Verbeelding geduurig vice versa vaart -'

Deze zonderlinge Advertentie wekte mijne nieuwsgierigheid op Zulk een God zo wonderlijk in een hedendaagsch Winkelier hervormd te zien deedt mij zeer verlangen om dat reisjen eens te gaan doen en gelijk het in den droom toegaat ik bevond my werke-lijk reeds in het Schip der Verbeelding en vorderde den weg met zo een ongemeene snelheid dat ik mij wel dra aan den voet van den Parnas zag aangeland - Ik had mij een hemelhoogen berg voorgesteld maar ziet ik vond niet anders dan een gewoone duin welke door eenige andere laagere heuvelen omringd was Op de hoogte dier duin zag ik een redenlijk groot en vrij breed Winkelhuis met zeer groote glazen en uitsteekende kassen waar in allerleie natuurlijke voortbrengselen en uitdraagerijën nog al met veel smaak geschikt ten toon hongen boven de deur stondt een fraai geschilderd en groot bord waarop alle die waaren ook met bloemfestonnen omstrengeld en rijkelijk verguld afgeschilderd waren en daar onder met groote gouden letteren

MAGAZIN DE POESIE ET DE VERSIFICATION DE MR PHEBUS APOLLON DE DELOS
Voords een weinig laager mede met gouden letteren
HOCHTEUTSCHE REIMLADEN

Ik dagt ha dat is toch te regt maar twijfelde egter nog om dat het er zo vreemd uitzag k zal toch eens vraagen dacht ik bij mij zelven en schelde aan naa een poos wagtens want er was niemand in den winkel en het erf scheen zeer lang te zijn kwam er een half fransch en half hoogduitsch Winkelmeisjen ten voorschijn en opende de deur ik vroeg of dit het verblijf van den God der Dichteren ware - zy antwoorde in gebroken taal terwijl ze mij met veel bevreemding onder de oogen zag Plait-il Monsieur pardonnez moi Kotte non ce nest pas ici Kotte cest ici le Magazin de Mr Phebus de Delos Juist daar ben ik te regt - mag ik mijne opwagting bij hem maaken Zij daarop weder eenigzins bedremmeld Wollen sie ihm sprechen ik werde ihnen bald andienen zij kwam terstond terug en geleide mij door den geheelen langen winkel heen tot in een redenlijk nieuwerwetsch gemeubileerd maar wat donker vertrekjen agter denzelven waarin ik een oud Man die in zijn jeugd toch eene schoone gestalte en fraai besneden aangezicht scheen gehad te hebben met de hand onder t hoofd in eenige Winkelboeken zag zitten schrijven Le voila Monsieur zeide het Meisjen tot mij terwijl zij de deur agter zig toe haalde en mij met den Grijsaart alleen liet - Ik wist in dat oogenblik niet hoe mij te gedraagen daar deze vreemde ontmoeting mij ten eenemaal verbijsterd hadt doch mij schoot ijlings de verheven aanspraak in waar mede welëer de Priester Chryses bij Homerus dezen God bejegend hadde ik verhief dan niet zonder eenige gemaakte deftigheid mijne stemme en sprak deze grieksche Versen uit

µ at s a µfßeßa a te ae eed t f aass Sµe
Ilias Lib I vers 24 25 26
Gij zilvren Boogenaar die Chrijses staêg beschermdet
Gij die in Tenedos en Cilla kragtig heerscht
ô Smintheus b

Den ouden Man schooten de traanen in de oogen toen hij mij zò hoorde galmen en te gelijk zag ik onder die traanen een onwilligen glimlach gemengd die zijn aangezicht in zo eene wonderlijke plooi stelde dat ik mij haast niet onthouden konde van mede te lag-chen zoo de eerbied t mij niet belet hadde ô Mijn goede vriend sprak hij eindelijk naa een poos stilzwijgen wie zijt gij en van waar komt gij Ik heb in zeer langen tijd die taal hier niet gehoord zij doet mij nog aan mijn ouden blinden vriend Homerus gedenken en wilt ge wel gelooven dat mij dit waarlijk treft maar dat ik in de daad lagchen moet om het zeldzaam contrast dat deze uwe aanspraak men mijn tegenwoordige omstandigheid maakt Neen Vriend Ik mag wel met Virgilius roemrijker gedachtenis uitroepen

Fuit Ilium
Troje is er geweest

Wel ja ik zie er thands wel kragtig heerschende uit Man daar is sedert dien tijd waarvan gij spreekt zo veel water ten dale geloopen dat ik t u in geen geheelen dag alles zou kunnen vertellen maar toch om de zeldzaamheid van de ontmoeting en om dat het schijnt dat ge er nog niets van weet en zeekerlijk alleen met het oogmerk komt om iets van mij te verneemen gelijk ik reeds veele zulke oude kunstvrienden bij mij gehad hebbe zo doe mij het plaisier van mij een weinig gezelschap te houden en wat met mij te keuvelen zet u hier als t u gelieft wij zullen eens een pijpjen stoppen en dan zult ge wonderen hooren Hij kreeg werkelijk pijpen tabak en een morgendrankjen uit een Bufet dat nevens hem stondt en naa hij gescheld hadt kwam er een zeer eenvouwdig Zusjen netjes in t hair gekapt binnen en bragt een comfoir met vuur Hoe zeide ik rookt gy ô groote Apollo ook even als wij menschen Wel ja was zijn antwoord daar heeft onze klugtige Focquenbroch my nog angebragt ge kent immers zijn aartige rijmpjens wel - Nu kan ik het waarlijk bezwaarlijk laaten want snuiven dat is me toch wat te onzindelijk Ben ik niet vrij wat ontgod sedert dien ouden tijd waarvan gij zo even spraakt - Hij stak voords werkelijk met mij op en dampte uit den treuren Ik dagt bij mij zelven dat schijnt al een heel gemeenzaame God geworden te zijn Neem mij niet kwalijk vriend zeide hij al schrijvende naa dat hij zijn pijp opgestooken hadt dat ik eerst dit postjen nog eens overdraage t schiet mij anders uit het geheugen want de jaaren en de ongewoonte noodzaaken mij tot dubbele oplettendheid en daar is nog al veel waardij aan - Naa dat hij nu eenige regels terwijl ik een pijp stopte en opstak geschreeven hadt sloeg hy zyne schrijfboeken toe en vervolgde wilt ge wel gelooven vriend dat ik daar een post boeke dien ik al genoegzaam voor verlooren acht en t is egter geen kleintjen een geheele scheepslaading donders blixems aconijt stroppen raderen en al diergelyk tuig dat mij toch waarlijk een heele hand vol geld kost om dat ik alles toen ik deze affaire begon althands het houtwerk nieuw heb moeten laaten maaken ik heb al dat spul onlangs verhuurd aan een jong en vuurig Dichter die een zeer sterk politiecq Dichtstuk van een langen adem onderhanden wilde neemen waar al zulke ingrediënten by menigte in te pas komen en nu hoor ik dat men hem gearresteerd en mijne geheele kraam in beslag genomen heeft en dat ik zeer waarschijnlijk geen duit er van zal zien en daarbij het goed nog daarënboven kwijt zyn - Toen ik dien welëer zo verheven God derwijze hoorde uitvaaren moet ik zeggen dat ik waarlijk als verstomd stond en niet wist hoe ik hem voordaan betijtelen moest want mij dagt s Mans taal was alles behalven goddelijk ik begon dus ook maar voor mij heen te Mijn Heeren en zeide Maar Mijn Heer ik kan mij niet genoeg verwonderen dat ik mij zo zeer in mijn denkbeeld bedrogen vinde Zijt gij de alöm gewierookte God Apollo de vader der Dichten Geneeskunde de minnaar der schoone Daphne is dit de Helicon - Ja man is dat geen groote verandering ô Ik ben thands zo een burgerlyk God geworden die waarlijk werk heeft om zijn dingen in goede orde te houden en het jaar rond te schieten t is nog al t best dat de Rijmmateriaalen mij juist zo veel niet kosten als ik ze wel in reekening kan brengen want waarlijk dat de Heeren moderne Rijmdichters mij ten duursten betaalen laat ik somtijds op inboedels en markten zo in Holland als Vrankrijk Duitschland en Engeland voor een prijsjen opkoopen en maak dan een regte Apothecars rekening waar ze geen letter wijs uit kunnen worden zie ik spreek zo tegen u om dat ik toch wel uk uw aanhef hoorde dat gij niet veel bij mij besteeden zult - En om dat ik daaruit terstond bemerkte dat ge ook nog zo wat van de oude dingen meê weet te praaten moeten we nog een poosjen over die dingen redeneeren een oud voerman zegt men hoort nog gaarne het klappen van de zweep en mijn hart gaat open als ik nog aan de dagen mijner jeugd gedenk wat is het toch droevig niet waar dat men in zijn ouden dag nog zò sukkelen moet De Menschen zeggen met recht waar kan een Mensch niet al toe komen ik mag ook wel zeggen waar kan een God niet al toe komen Hoor toen die verd hier vloekte hij en ik zat my te schamen van wegen den ouden man toen die - Turken Atheenen verwoest hebben is waarlijk mijn fortuin wel vijftig percent gedaald ô Wat was dat van te vooren eerst een tijd die goede Homerus die groote Sophocles die bevallige Theocritus die lieffelijke Anacreon dat waren eerst Mannen En de Romeinen voerde ik hem toe gij zult hoop ik uwen Horatius uwen Virgilius en al de vrienden van dien tijd niet vergeeten - neen waarlijk niet deze groote Mannen vergeet ik nooitSemper nomenque eorum laudesque manebunt
Voor altijd duur hun naam en onwaardeerbre lof