Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): narratieve teksten 1575-2000: holland_1860_multatuli_1

<titel>
Max Havelaar
Eerste hoofdstuk1*
</titel>
Ik ben makelaar in koffi en woon op de Lauriergracht No 37 Het is myn gewoonte niet romans te schryven of zulke dingen en het heeft dan ook lang geduurd voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen en het werk aantevangen dat gy lieve lezer zoo-even in de hand hebt genomen en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffi zyt of als ge wat anders zyt Niet alleen dat ik nooit iets schreef wat naar een roman geleek maar ik houd er zelfs niet van iets dergelyks te lezen omdat ik een man van zaken ben Sedert jaren vraag ik my af waartoe zulke dingen dienen en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid waarmede een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden dat nooit gebeurd is en meestal niet gebeuren kan Als ik in myn vak - ik ben makelaar in koffi en woon op de Lauriergracht No 37 - aan een principaal - een principaal is iemand die koffi verkoopt - een opgave deed waarin maar een klein gedeelte der onwaarheden voorkwam die in gedichten en romans de hoofdzaak uitmaken zou hy terstond Busselinck & Waterman nemen Dat zyn ook makelaars in koffi doch hun adres behoeft ge niet te weten Ik pas er dus wel op dat ik geen romans schryf of andere valsche opgaven doe Ik heb dan ook altyd opgemerkt dat menschen die zich met zoo-iets inlaten gewoonlyk slecht wegkomen Ik ben drie en veertig jaren oud bezoek sedert twintig jaren de beurs en kan dus voor den dag treden als men iemand roept die ondervinding heeft Ik heb al wat huizen zien vallen En gewoonlyk wanneer ik de oorzaken naging kwam het me voor dat die moesten gezocht worden in de verkeerde richting die aan de meesten gegeven was in hun jeugd
Ik zeg waarheid en gezond verstand en hier blyf ik by Voor de Schrift maak ik natuurlyk een uitzondering De fout begint al van Van Alphen af en wel terstond by den eersten regel over die 'lieve wichtjes' Wat drommel kon dien ouden heer bewegen zich uittegeven voor een aanbidder van myn zusje Truitje die zeere oogen had of van myn broêr Gerrit die altyd met zyn neus speelde En toch hy zegt 'dat hy die versjes zong door liefde gedrongen' Ik dacht dikwyls als kind 'man ik wilde u graag eens ontmoeten en als ge my de marmerknikkers weigerde die ik u vragen zou of myn naam voluit in banket - ik heet Batavus - dan houd ik u voor een leugenaar' Maar ik heb Van Alphen nooit gezien Hy was al dood geloof ik toen hy ons vertelde dat myn vader myn beste vrind was - ik hield meer van Pauweltje Winser die naast ons woonde in de Batavierstraat - en dat myn kleine hond zoo dankbaar was We hielden geen honden omdat ze zoo onzindelyk zyn
Alles leugens Zoo gaat dan de opvoeding voort Het nieuwe zusjen is van de groenvrouw gekomen in een groote kool Alle Hollanders zyn dapper en edelmoedig De Romeinen waren bly dat de Batavieren hen lieten leven De Bey van Tunis kreeg een kolyk als hy het wapperen hoorde van de nederlandsche vlag De hertog van Alva was een ondier De eb in 1672 geloof ik duurde wat langer dan gewoonlyk expres om Nederland te beschermen Leugens Nederland is Nederland gebleven omdat onze oude luî goed op hun zaken pasten en omdat ze het ware geloof hadden Dat is de zaak
En dan komen later weer andere leugens Een meisjen is een engel Wie dit het eerst ontdekte heeft nooit zusters gehad Liefde is een zaligheid Men vlucht met het een of ander voorwerp naar het einde der aarde De aarde heeft geen einden en die liefde is ook gekheid Niemand kan zeggen dat ik niet goed leef met myn vrouw - zy is een dochter van Last & Co makelaars in koffi - niemand kan iets op ons huwelyk aanmerken Ik ben lid van Artis zy heeft een sjaallong van twee-en-negentig gulden en van zulk een malle liefde die volstrekt aan het einde der aarde wil wonen is toch tusschen ons nooit spraak geweest Toen we getrouwd zyn hebben wy een toertje naar den Haag gemaakt - ze heeft daar flanel gekocht waarvan ik nog borstrokken draag - en verder heeft ons de liefde nooit de wereld ingejaagd Dus alles gekheid en leugens
En zou myn huwelyk nu minder gelukkig wezen dan van de menschen die zich uit liefde de tering op den hals haalden of de haren uit het hoofd Of denkt ge dat myn huishouden iets minder wel geregeld is dan het wezen zou als ik voor zeventien jaar myn meisjen in verzen gezegd had dat ik haar trouwen wilde Gekheid Ik had dit toch even goed kunnen doen als ieder ander want verzenmaken is een ambacht zeker minder moeielyk dan ivoordraaien Hoe zouden anders de ulevellen met deviezen zoo goedkoop wezen - Frits zegt 'Uhlefeldjes' ik weet niet waarom - En vraag eens naar den prys van een stel billardballen
Ik heb niets tegen verzen op-zichzelf Wil men de woorden in t gelid zetten goed Maar zeg niets wat niet waar is 'De lucht is guur en t is vier uur' Dit laat ik gelden als het werkelyk guur en vier uur is Maar als t kwartier voor drieën is kan ik die myn woorden niet in t gelid zet zeggen 'de lucht is guur en t is kwartier voor drieën' De verzenmaker is door de guurheid van den eersten regel aan een vol uur gebonden Het moet voor hem juist een twee uur enz wezen of de lucht mag niet guur zyn Zeven en negen is verboden door de maat Daar gaat hy dan aan t knoeien Of het weêr moet veranderd òf de tyd Eén van beiden is dan gelogen
En niet alleen die verzen lokken de jeugd tot onwaarheid Ga eens in den schouwburg en luister dáár wat er voor leugens aan den man worden gebracht De held van t stuk wordt uit het water gehaald door iemand die op t punt staat bankroet te maken Dan geeft hy hem zyn halve vermogen Dat kan niet waar zyn Toen onlangs op de Prinsengracht myn hoed te-water woei - Frits zegt waaide - heb ik den man die hem my terugbracht een dubbeltje gegeven en hy was tevreden Ik weet wel dat ik iets meer had moeten geven als hy myzelf er uit gehaald had maar zeker myn halve vermogen niet t Is immers duidelyk dat men op die wys maar tweemaal in t water hoeft te vallen om doodarm te wezen Wat het ergste is by zulke vertooningen op het tooneel het publiek gewent zich zóó aan al die onwaarheden dat het ze mooi vindt en toejuicht Ik had wel eens lust zoon heel parterre in t water te gooien om te zien wie dat toejuichen gemeend had Ik die van waarheid houd waarschuw ieder dat ik voor t opvisschen van myn persoon geen zoo hoog bergloon betalen wil Wie met minder niet tevreden is mag me laten liggen Alleen Zondags zou ik iets meer geven omdat ik dan myn kantilje ketting draag en een anderen rok
Ja dat tooneel bederft velen meer nog dan de romans Het is zoo aanschouwelyk Met wat klatergoud en wat kant van uitgeslagen papier ziet er dat alles zoo aanlokkelyk uit Voor kinderen meen ik en voor menschen die niet in zaken zyn Zelfs als die tooneelmenschen armoede willen voorstellen is hun voorstelling altyd leugenachtig Een meisje wier vader bankroet maakte werkt om de familie te onderhouden Heel goed Daar zit ze dan te naaien te breien of te borduren Maar tel nu eens de steken die ze doet gedurende het heele bedryf Ze praat ze zucht ze loopt naar t venster maar werken doet ze niet De familie die van dezen arbeid leven kan heeft weinig noodig Zoon meisjen is natuurlyk de heldin Ze heeft eenige verleiders de trappen afgeworpen ze roept gedurig 'o myne moeder o myne moeder' en stelt dus de deugd voor Wat is dat voor een deugd die een vol jaar noodig heeft voor een paar wollen kousen Geeft dit alles niet valsche denkbeelden van deugd en 'werken voor den kost' Alles gekheid en leugens
Dan komt haar eerste minnaar - die vroeger klerk was aan t kopieboek maar nu schatryk - op-eens terug en trouwt haar Ook weer leugens Wie geld heeft trouwt geen meisjen uit een gefailleerd huis En als ge meent dat dit op het tooneel er dóór kan als uitzondering blyft toch myn aanmerking bestaan dat men den zin voor waarheid bederft by het volk dat de uitzondering als regel aanneemt en dat men de publieke zedelykheid ondermynt door het te gewennen iets toetejuichen op het tooneel wat door elk fatsoenlyk makelaar of koopman voor een bespottelyke krankzinnigheid wordt gehouden in de wereld Toen ik trouwde waren wy op t kantoor van myn schoonvader - Last & Co - met ons dertienen en er ging wat om
En nog meer leugens op het tooneel Als de held met zyn styven komediestap weggaat om t verdrukte vaderland te redden waarom gaat dan de dubbele achterdeur altyd vanzelf open En verder hoe kan de persoon die in verzen spreekt voorzien wat de ander te antwoorden heeft om hem t rym gemakkelyk te maken Als de veldheer tot de prinses zegt 'mevrouw het is te laat de poorten zyn gesloten' hoe kan hy dan vooruit weten dat zy zeggen wil 'welaan dan onversaagd men doe het zwaard ontblooten' Want als zy nu eens hoorende dat de poort toe was antwoordde dat ze dan wat wachten zou tot er geopend werd of dat zy een andermaal eens terug zou komen waar bleef dan maat en rym Is het dus niet een pure leugen als de veldheer de prinses vragend aanziet om te weten wat ze doen wil na t poortsluiten Nog-eens als t mensch nu eens lust had gehad te gaan slapen in plaats van iets te ontblooten Alles leugens
En dan die beloonde deugd O o o Ik ben sedert zeventien jaren makelaar in koffi - Lauriergracht No 37 - en heb dus al zoo-iets by-gewoond maar het stuit my altyd vreeselyk als ik de goede lieve waarheid zóó zie verdraaien Beloonde deugd Is t niet om van de deugd een handelsartikel te maken Het is zoo niet in de wereld en t is goed dat het niet zoo is Want waar bleef de verdienste als de deugd beloond werd Waartoe dus die infame leugens altyd voorgewend
Daar is by-voorbeeld Lukas onze pakhuisknecht die reeds by den vader van Last & Co heeft gewerkt - de firma was toen Last & Meyer maar de Meyers zyn er lang uit - dàt was dan toch wel een deugdzaam man Geen boon kwam er ooit te-kort hy ging stipt naar de kerk en drinken deed hy niet Als myn schoonvader te Driebergen was bewaarde hy het huis en de kas en alles Eens heeft hy aan de Bank zeventien gulden te veel ontvangen en hy bracht ze terug Hy is nu oud en jichtig en kan niet meer dienen Nu heeft hy niets want er gaat veel by ons om en we hebben jong volk noodig Welnu ik houd dien Lukas voor zeer deugdzaam maar wordt hy nu beloond Komt er een prins die hem diamanten geeft of een fee die hem boterhammen smeert Waarachtig niet Hy is arm en blyft arm en dit moet ook zoo wezen Ik kan hem niet helpen - want we hebben jong volk noodig omdat er zooveel by ons omgaat - maar al kon ik waar bleef zyn verdienste als hy nu op zyn ouden dag een gemakkelyk leven leiden kon Dan zouden alle pakhuisknechts wel deugdzaam worden en iedereen hetgeen Gods bedoeling niet wezen kan omdat er dan geen byzondere belooning voor de braven overbleef hier-namaals Maar op een tooneel verdraaien ze datalles leugens