Lijst

Compilatiecorpus Historisch Nederlands 1.0 (CHN): narratieve teksten 1575-2000: holland_1880_vosmaer_1

<titel>
Amazone
I
Cara mia sorella
</titel>
Hebt gij de 'cartolina' met mijn vluchtig woordje uit Genua ontvangen Eerst hier in Florence kan ik u uitvoeriger schrijven zoo als ik beloofde want ik ben snel over landen stroomen en rotsen heengestoomd en eerst hier heb ik een rustpunt Maar noch geen rust voor het gemoed die moet noch komen als zij komen wil Hier ben ik eigenlijk in Italië Ik kende vroeger alleen een stuk van Lombardije en Venetië Maar voor ons barbaren en Germanen is dat niet het Italië Het land is daar als bij ons zoowaar wilgen en weiden en slooten en Venetië heeft zoo veel romantiesch In Genua zag ik het eerste ware Italië zonnig zuidelijk marmer echte typen bloeiende oranjes aloës en cactussen bij duizenden
En nu Florence Toch blijf ik hier maar kort de zoete verleiding der naieve vroege en der vol bloeiende renaissance zou mij afleiden en ik wil nu eerst eens gansch antiek worden Dan pas zal ik uit mijn moderne gevoeligheid geraken Zal ik haar oltremonti hebben gelaten aan gene zijde van den Cenis Of is zij mede gekomen en moet zij hier slijten Ik vrees het ik denk er noch te veel aan
Ik ben het liefst alleen gezelschap verveelt mij en ik moet anderen vervelen Een mensch met een gewonde ziel is voor een ander of vervelend of belachelijk en daar ik mij als geen van beiden wil voordoen meng ik mij niet in gesprekken met anderen Toch zoek ik dit alles aan gene zijde te bannen ik ben hier gekomen om zonneschijn te zien om kracht te vinden om van breingemijmer en hartgezanik bevrijd te worden en mijn gemoed en mijn kunst boven het gedrang op te werken Dat gaat niet zonder trappen en stompen enfin eens er boven op wil ik op den boedel neerzien en hem uitlachen met een verlost gemoed en een heldere krachtige kunst zonder kleinheid met gezond gevoel zonder ziekelijke aandoenlijkheid Zoo moet Italië en zijne kunst de antieke bovenal mij maken In de antieke wereld zal ik mij geheel hullen als in eene statige toga en trachten te voelen als de ouden breed waardig schoon wereldbeheerschend Welk een trots zult gij zeggen - maar zonder iets van dien trots komt men er niet Ik zou dit niet aan een ander zeggen maar gij zult het niet verkeerd verstaan Gij zult mij wel weer minzaamheid en buigzaamheid willen prediken maar beste geloof mij de eerste wordt vertrapt en de tweede voert tot karakterloosheid Ja ik weet wel adt gij ze hebt zonder die gevolgen en ik wil u niet kwellen maar alleen een rustige ziel als de uwe buiten het werkzame leven levend buiten den strijd met de wereld kan dat bereiken Wij moeten om in het gedrang overeind te blijven de schouders schrap zetten
Overmorgen ga ik naar Rome Ik schrijf dat zoo maar kalm neer alsof het niet alles ware Ik in Rome Ik voel mij al een voet hooger als ik er aan denk Ik voelde al zoo iets toen ik den Mont-Cenis-tunnel door was en den dag weer zag den nieuwen dag ik voelde dat er een bergmuur lag tusschen het peinzensmoede en zwaartillende Noorden en het vroolijke heldere Zuiden Ja ik voelde mij toen al hooger als dat zoo voort gaat groei ik tot ik niet meer door den tunnel terug kan Maar geen nood dan stap ik over den heelen berg heen Gij ziet dat de lucht al goed werkt als de lijder met zich zelven den gek gaat scheren begint hij zijn lijden te objectiveeren en dus buiten zich weg te werken Nu uit vrees dat ik op eens te Rome al te veel in de hoogte schiet blijf ik er nu maar weinige dagen en ga rechtstreeks naar Napels Dat eerst en dan al mijn tijd in Rome besteed
Dag mijn geduldige vertrouweling mijn tweede moedertje
Uw
Siwart
<titel>
II
</titel>
Aan de helling der bergen langs de heerlijke bocht van Salerno ligt de stad van dien naam het antieke Salernum waar herinneringen aan Griekenland en Latium aan Lombarden en Noormannen Hohenstaufen en Anjous over elkander gegroeid zijn
Zoo als er aan de aloës telkens zich nieuwe bladeren ontplooien maar van de vergane de oude stronken zichtbaar blijven dus ook die herinneringen
In de lombardische kathedraal rust onder antieke marmeren zuilen naar de sage de apostel Mattheus in sarkofagen van het heidensche rijk slaapt het christelijke stof van aartsbisschoppen ongeërgerd door de bacchantische reliëfs die vóor- en zijwanden van hun sarkofaag versieren waarop schoone jongelingen met schaars en dun omplooide meisjes toegeven aan het mainein aan den dionusischen dans waarvan die van Sint Vitus een oudchristelijke vorm is geworden Daar staat ook een stuk antieke zuilschaft waarop drie heiligen onthoofd moeten zijn later is de zaak omgekeerd en werden de schoone antieke kolommen van haar zuilhoofd beroofd door de heiligen
Om naar Paestum te komen stoomt men van Salerno even naar Battipaglia en vindt daar den vooruitgereden wagen die u in twee uren naar de beroemde tempels van Paestum rijdt
Zoo deed ook Siwart Aisma en lustig hadden de kleine napelsche paarden een eind weegs afgedraafd klingelend met de belletjes aan hun haam en de haneveer op hunne hoofden recht overeind toen hij vóor zich een rijtuig zag dat den zelfden weg opreed Plotseling hield het stil en hij zag een der paarden zijwaarts uitgesprongen staan beven en trillen als een blad De voerman bedekte het den kop met een kleed om het tot bedaren te brengen
Aisma vroeg aan zijnen voerman wat dit was
- È - niente un giramento eene duizeling zei deze lachend de schouders ophalend
In het rijtuig zaten twee dames en twee heeren na eene korte wijle was het paard rustiger en ging men weder verder Maar geene tien minuten later was het op nieuw het zelfde geval het arme dier stond zoo te rillen dat zijne beenen heen en weder knikten en het tweede paard schrikte steigerde ter zijde uit trapte de strengen stuk en in die verwarring sprongen er twee reizigers uit den wagen en eene daarvan eene dame viel langs den kant van den weg
Aisma was spoedig uit zijn rijtuig om haar te helpen maar terwijl zij zich zelve snel oprichtte riep zij hem toe naar den schokkenden wagen wijzende
- Dàár help den gebrekkigen man - gauw
Aisma zag nu in het rijtuig eenen man zitten met krachtig hoofd en zwarten baard maar blijkbaar hulpbehoevend door zijne vreemde kleine gestalte hij richtte zich op de krukken onder zijne armen op maar kon niet uit het rijtuig komen Hij was geheel kreupel Aisma pakte hem als een kind op en zette hem op den grond toen zag hij een wonderlijk wezen van boven een krachtig man van onder met geheel gebogen knieën wat hem het uiterlijk gaf van iemand die op zijne hurken springt
Noch eene jonge dame was in het rijtuig blijven zitten als onverschillig geleund in de kussens Thans nam zij ook Aismas hand om uit te stappen
- Dat arme paard zei ze
Het door de hitte en vermoeienis getroffene dier kon niet verder mede en zoo stonden zij hier halverwege midden in de onbewoonde streek Aisma vroeg dus het gezelschap in zijn rijtuig den tocht verder te doen daar zij toch ook naar Paestum gingen wat na eenige beleefdheidsweifeling in dank werd aangenomen Het zieke paard werd stapvoets naar de dichtstbij zijnde osteria geleid de wagen bleef op den weg staan en het gezonde paard werd naast de twee anderen aangespannen Aisma hielp den kreupelen man die een Italiaan bleek te zijn in zijn rijtuig daarna de dames en den ouden heer die op den bok wilde stijgen wat Aisma natuurlijk zelf wilde doen Maar nadat de manden met proviand de plaids en witte zonneschermen achter vóor en onder in den wagen waren gestopt ruimde men Aisma eene plaats in en schikten de vijf zich zoo in het rijtuig
- Wij zijn u wel dankbaar zeide de oude heer wij nemen uw wagen in neem gij ten minste eene plaats bij ons
Zulk een voorval wekt de geesten op en brengt spoedig gemeenzaamheid De dame wie de oude heer schertsend hare buiteling herinnerde sloeg lachend de handen voor hare oogen als schaamde zij zich een weinig over hare dwaze vertooning en zoo zat men weldra vroolijk in druk gesprek
Behalve de Italiaan waren zij allen landgenooten Men wisselde naamkaartjes ter wederzijdsche voorstelling
- Siwart Aisma zei de oude heer diens kaartje aannemende een Fries niet waar
Deze boog toestemmend terwijl hij de andere kaartjes aannam
- Signor G Salviati zei de oude heer musicus te Rome een vriend van ons Dit was de kreupele man - Mijne nicht ging hij voort en Aisma las op haar kaartje Mevrouw M van Buren van Rodenrijs Alzoo eene getrouwde vrouw merkte Aisma bij zich zelven op
- En onze vriendin mejufvrouw Ada Ebers en dit om de uitwisseling der geloofsbrieven te besluiten dat ben ik Aisma las Jhr dr Quirinus van Walborch
- Uw naam is in onze politieke wereld bekend zei Aisma
- Geen politiek meer riep vroolijk de heer van Walborch op nonactiviteit gelukkig - cedat toga Musis mijn toga heb ik voor de Musen afgelegd ik leef nu voor schooner en beter dingen mijne van ouds geliefde kunsten en letteren
- Ook uw naam is bekend zei mevrouw van Buren - wij zagen laatst de heerlijke schilderijen van den schilder die uw naam draagt
- Ik dank u zei Aisma met een glimlach en hoffelijke buiging
- Zoo is u dat dan Dat is een voorrecht
- Ah zei Salviati het duizelige paard heeft ons geluk gebracht
- Och dat arme dier zei jufvrouw Ada
- È het brengt geluk het had vier witte voeten
Vier witte voeten
Brengt goed ontmoeten
zegt ons spreekwoord
- Ik mocht u wel mijne excuses maken zei mevrouw van Buren tot Aisma dat ik uwe hulpvaardigheid zoo ruw beantwoordde - maar ik was zoo bang voor onzen goeden vriend En zij klopte bij die woorden Salviati schertsend en vertrouwelijk op de handen en vroolijk riep deze met een vriendelijken hoofdknik
- O ik kom altijd goed te recht
- Maar Ada zei mevrouw van Buren hoe kon jij zoo kalm blijven zitten
Deze hief even de oogen op en zei
- Och er was geen gevaar dacht ik en dat arme beest deerde mij
De breede doorgaans rechte heerweg naar Paestum voert door eene uitgestrekte vlakte meest hei met weinig en laag hout en hier en daar sompige streken Links zagen zij in een van die poelen eene gansche bende zwarte buffels sommige stonden er tot den buik toe in enkele waren geheel onder water en hielden alleen de nijlpaardachtige koppen noch boven Dat zag er schilderachtig uit Langzamerhand begint de bodem bebouwd te worden in lange rijen ziet men tien of vijftien arbeiders op een gelid den grond behakken soms houden zij rust en leveren een tafereel het penseel waard zoo als zij daar staan in hun witte of licht blauwe broeken het buis over eenen schouder geworpen leunende op de lange spaden en zich lavende uit eene met stroo omwonden fiaschetta
Twee rijdende gens-darmes kwam men tegen Salviati merkte op dat de weg tegenwoordig geheel veilig is zij dienen er alleen als veldwachters niet tegen briganti De heer van Walborch die dit vroeger anders gekend had wees er op dat de landbouw verricht heeft wat geen andere macht vermocht Niet alleen de roovers maar ook de ongezondheid is geweken naar mate dat de streek bebouwd werd Men ziet hier en daar woningen vrouwen en mannen arbeidzaam in de zonnehitte eene goede afwatering en het bebouwen van de akkers hebben op die plaatsen de aria cattiva uit dampkring en zeden de koorts en de roovers verjaagd
Eindelijk riep mevrouw van Buren dat zij de tempels zag Men stond op in het rijtuig om den eersten aanblik uit de verte te genieten
Allengs naderde men de bouwvallen der stadsmuren hier was de stadspoort de kleine osteria voorbij waar de wagen zal stallen - daar rijst ter rechterzijde het eerst de tempel van Ceres weldra houdt men stil voor dien van Poseidoon
Hier stegen zij uit en namen de korven mede om tusschen de zuilen de verversching te gebruiken en de custod ontsloot het hek der wild begroeide weide waarop de twee grootste gebouwen staan
De tempel van Poseidoon is het schoonste en volledigst bewaarde wat Italië van antieke bouwkunst bezit Hier kan men den griekschen geest in dorische strengheid en grootschheid zien Het was een heerlijke dag een gouden zonlicht dat alle kleuren verlevendigt een diep blauwe hemel rondom en beneden de groote groene vlakte hoog begroeid met gras en tegen den voet des tempels met den golvend omgebogen acanthus de fijn gekartelde varenbladeren de witte en paarsche veldbloemen
Daar tusschen ligt het grootsche gebouw noch in zijn geheele samenstel doch voor dak alleen het blauwe hemelgewelf Boven de drie treden rijst de gevel zes dorische zuilen met scherp gerugde groeven van onder ruim twee en een vierde el breed zoodat slechts vier paar uitgebreide armen ze omspannen kunnen stijgen met de fijnste verdunning afnemend op tot eene hoogte van bijna negen ellen daarboven op de sterk uitspringende zuilhoofden rusten de twee breede geledingen van het balkgestel de vlakke architraaf en de met triglyfen en metopen afgewisselde fries Deze wordt door de voorspringende lijst bekroond waarboven de zachte helling ligt van het fronton den stompen geveldriehoek vormend dien de Grieken bij den arend met uitgebreide vleugels vergeleken en daarna noemden In zijne goede dagen was de tempel met het harde en glanzige italiaansche stucco bekleed de gevel met beelden versierd
Thans is dat verdwenen even als de harmoniesch gekozen frische kleuren die hier en daar de vormen tintten Maar hoewel een bouwval is hij noch schoon en grootsch en de tijd die den bloei ontnam heeft eenige vergoeding gegeven in den grooteren indruk van door lang verleden en stroeven ernst verhoogde plechtigheid De dorische bouwstijl is ernstig en statig maar vroeger was die ernst door kleur en glans verzacht Thans is in den verweerden door lucht en zon warm geel en rossig getinten travertijner steen de pracht verdwenen maar de ernst gebleven en wellicht noch verhoogd
Als het oog zoo opgevoed en ontwikkeld is dat het voor andere zaken dan het alleen bevallige geopend is als men erkend heeft dat het schoone der bouwkunst geenszins in de sieraden in de overlading of het kinderspeelgoed van vormtjes en krulletjes bestaat maar in de verhoudingen van groote en kleinere van hoofd- en ondergeschikte vormen van vlakke en gebogene van horizontale en verticale deelen als men weet dat dit poësie geworden wiskunst is dan eerst zal de zin voor bouwkunst opengaan Dan leert men den wellust voelen die eene lijn geeft hier bij het stijgen spannen in- en uitspringen ginds in de stoute vlucht van het profiel eener kroonlijst bij die zuilen met een opgaande lijn zoo zuiver als een glastoon nauw merkbaar aanzwellend als de hals eener jonge maagd luchtig rijzend buigend als de stengel van een palm als de veder van eenen serafsvleugel
Dan geniet men dat alles als eene muziek van lijnen als eene steenen symfonie want de melodie en harmonie der lijnen werkt even als die der tonen in de muziek en van den geweldigen indruk der hooge schoonheid bevangen trilt het gemoed en men wordt stil
Ook de eeuwen hebben dier schoonheid noch eene wijding gegeven Vierentwintig eeuwen zijn hier over heen gestormd Wat helleensch was week voor het romeinsche wat romeinsch was voor het Christendom en dit voor de Saraceenen en zij voor de Noormannen Krijg armoede moeraskoorts ontvolkten het land wind en regen knaagden aan den glans der muren plantjes woelden de voegen der machtige steenklompen los barbaren stalen het marmer en metaal en noch alleen het uitwendige het ondergeschikte bevallige is verdwenen maar de schoonheid bleef en hoewel verminkt alleen in het midden der onafzienbare vlakte hoog en verheven boven alles wat rondom tot ruïne werd staat het werk der kunst zij waar alles wijkt te sterk voor den tijd
Als men den tempel betreedt en doorgaat doet zich mede een prachtige aanblik voor Door de rossig gouden zuilen half in schaduw half verlicht met kantige lichtstrepen langs de holte der gleuven ziet men het groene landschap met een enkel sterk wit huisje de verre vlakte en waar de gezichtslijn eindigt de grootsche golving der Apennijnsche bergen en van achter tusschen twee zuilschaften door de donker blauwe zee en den tintelenden azuren hemel
Nadat men de naastgelegen basilica gezien had die echter den indruk van Poseidoons tempel niet kan evenaren keerde men naar dezen terug en zette zich aan den rand der tempelcella neder Hier werd de inhoud der korven ontpakt Het is zulk een welgevallen zich volop een mensch te voelen die waar hij het hoogste kan genieten ook voor eene gewone aardsche genieting van nederigen aard niet onvatbaar is De dames spreidden op de trede langs den zijwand in de schaduw die de breede zuil er over wierp het witte tafeldoek en stalden het middagsmaal uit Salviati die met verwonderlijke vlugheid door den bouwval rondsprong kwam bij het gezelschap en zoo als zijne kleine gedaante daar aan kwam deed zij den heer van Walborch denken aan den kreupelen Hefaistos die de zale van Zeus bedienend rondging
- Ah signore pittore wat een mooi stilleven riep Salviati op het uitgestalde déjeuner wijzende dat er schilderachtig uitzag met de oranjes en de sierlijk omvlochten fleschjes witten Capri
- Mijne aesthetiek zei de levendige jonge vrouw zwijgt nu voor mijn realistischen eetlust Hé oom Paestum was immers eene kolonie van de Sybarieten Wij behoeven ons hier dus het genot niet te schamen
- Zeker zeker Marciana antwoordde de oude heer den witten Capri tusschen zijne lippen slurpende
Gezelligheid nieuwe indrukken van natuur en kunst openden de harten en omstrengelden de menschen met de rozenstrikken der ontluikende gemeenzaamheid Allen waren opgewekt alleen jufvrouw Ada was stil zij zag er uit als eene vermoeide bloem eene bloem die iemand op de wandeling geplukt en in de hand gedragen heeft slap hangend dorstend naar water Zij bezat noch bevalligheid maar hare eerste jeugd was verwelkt en had slechts eene bleeke distinctie overgelaten Zij scheen zeer aandoenlijk de zon prikkelde haar gelaat de insekten hinderden haar de handen hield zij met hooggekapte gemslederen handschoenen gewapend omdat zij anders zeer deden van den stekenden zongloed zij at niets dan een ondeelbaar stukje van eene dier kleine italiaansche kippen en eene oranje waarvan zij het sap ongestoord langs hare gehandschoende vingers liet siepelen De jonge mevrouw was niet bevreesd hare handen te ontblooten en te gebruiken en toch bleven zij blank en mat als zachtgetint ivoor Den ouden heer schoon zijn heden kracht en frischheid had was het verleden toch langer dan de toekomst en zoo was hij een man van herinneringen In een land als Italië op eene plaats als Paestum zijn herinneringen vooral de machtige inhoud der indrukken Hij sprak veel over de gedachten die hier uit het verleden opwellen hij herstelde voor de verbeelding der anderen den tempel met zijne kleurige versieringen zijn beeld van den heerscher der zee de geuren van de offers het leven der antieke stad in deze eens zoo bloeiende landstreek
Die achtergrond van het verleden werkt meê tot de betoovering aan de oude monumenten eigen
- Geen rozen zijn hier meer zeide hij toen de jonge mevrouw eenen tuil van wilde bloemen saamgelezen had - eens was Paestum door de dichters geroemd om zijne rozen Vergilius spreekt van de biferi rosaria Paesti en Ovidius ook al van de tepidi rosaria Paesti de rozengaarden van het tweemaal bloeiende het zoele Paestum
Tepidique rosaria Paesti herhaalde hij noch eens met welgevallen het welluidend gecadenceerde Latijn doende zingen
- Neen geen enkel roosje gevonden - alleen wilde bloemen wat de menschen onkruid noemen zeide zij met een verwijtenden glimlach
Men dwaalde noch wat nu hier dan daar tusschen de hooge zuilen des tempels daalde dan de treden af en wadend door het hooge gras ging men naar het hek van den uitgang telkens omziende naar het heerlijke kunstwerk der oudheid
Bij het hek zagen zij eene jonge vrouw zitten de vrouw van den custode Welk eene tegenstelling - daar achter het eeuwenoude overblijfsel der antieke schoonheid hier de bloeiende jeugd in hare schitterendste verschijning
Aisma zag haar en wees haar aan de anderen en allen bleven gekluisterd om haar henen staan Zij zat op een stoel tegen den breeden pilaster van den ingang Zij was negentien jaren eene jeugdige moeder met een bambino van tien maanden half naakt op haar schoot Haar witte kleed was van voren een weinig open boven de lage zwart zijden rijgkeurs de zware zwarte haren in een dichten hoogen bos op het hoofd gebonden de wimpers en wenkbrauwen fluweelig als de braam van Rembrandts schoonste etsproef een groote schoone mond met blanke regelmatige tanden Vóor alles betooverde de glans die haar omringde zij was als van eenen lichtgloed omgeven die van haar uitging en van de bruine glanzende oogen de roode lippen de amberrozige gelaatsverf afstraalde als zij lachte en de oogen opsloeg Met het hoofd een weinig voorover en een lachend geopenden mond ging haar blik van onder hare wimpers uit naar hen die haar verrukt bleven aanstaren Een tiziaansche gloed bij de fijnheid en zedigheid eener madonna van Raffaëllo O geen wonder waar zulke vrouwen zijn dat er zulke schilderijen geboren worden Ieder zocht eene reden om haar te kunnen blijven bezien de een speelde met het kindje de ander vroeg hoe oud het was een derde gaf het een oranje een vierde gaf het noch eens een oranje en zij bleven maar kijken verbaasd en gekluisterd en het jonge schoone moedertje bemerkte het wel waarom die vreemden telkens een voorwendsel zochten om te blijven en de frische lippen wijd geopend over de glanzende tanden lachte en bloosde zij met een weinigje verlegenheid en een weinigje gestreelde eigenliefde in de groote bruine oogen die zij opsloeg en niet neder behoefde te slaan omdat zij de zuiverheid der bewondering gevoelde
- Welk eene heerlijkheid riep mevrouw van Buren geheel eene madonna met den bambino Wat een glans als zat zij in eene aureool
- Zulk een glans zei Aisma als sommige schoone vrouwen omringt kan er misschien de oudere schilders toe geleid hebben de madonna in eene aureool of op een ganschen gouden grond af te beelden
- Ja en is het vreemd dat de groote italiaansche schilders het genoeg vonden Maria met haar kindje zonder andere toevoegselen duizendmaal af te beelden enkel als schoone moeder met haar zuigeling Is dat niet goddelijk genoeg Is er eigenlijk iets goddelijkers Het is de heiligheid der schoonheid en van het moederschap beiden
- Het is waarlijk eene geheimzinnige overmacht die eene zoo schoone vrouw uitoefent zei Aisma - en deze gedachte liet hij zich onwillekeurig ontglippen geen wonder dat zij er zulke geweldige verstoringen meê uitwerkt
Het ontsnapte aan mevrouw van Buren die zich zelve ook wel van die overmacht bewust was niet dat er een wolk over zijne oogen trok Het prikkelde hare vrouwelijke nieuwsgierigheid maar zij zeide alleen met eene afwending dezer gedachten
- O dit is noch eene roos van Paestum de laatste roos van Paestum
Noch draalde men om van de schoone verschijning voor goed afscheid te nemen maar ten slotte moest toch ook deze heerlijke werkelijkheid wegzinken tot herinnering
Men ging nu naar den kleineren tempel van Ceres die minder volledig ook leed onder den machtigen indruk van dien van Poseidoon
Daar kochten zij van een paar landlieden eenige oudheidjes Mevrouw van Buren was zeer in haar schik met een kopje van terra cotta - van een Artemisbeeldje zei de heer van Walborch - en Aisma die twee bronzen ringen had gekocht vroeg of hij er mevrouw een mocht aanbieden als aandenken aan hunnen tocht Zij nam den ring lachend aan en stak dien aan haren vinger Bij de osteria bestegen zij weder den wagen Aisma sprong vlug op den bok naast den vroolijken goeden bandiet die koetsier was geworden en de drie paardjes draafden wakker naar Battipaglia
Samen deden zij ook de terugreis naar Napels waar allen noch eenige dagen zouden toeven en beloofden elkander weder te zien