Corpus Van Reenen-Mulder (CRM14): Oorkonde K220p35601

Wi symoen daneels zoen was / Claus van Perewers / Heinric claus zoen / Mathias wellens / Heinric steenvort / Heinric die wynne / Meyns hoemans Scepen in Eersel tughe_ onder onse ghemeynen zeghele Dat vor ons comen is / Connegont / wintermans dochter was / met ho_en monbore die hoer die Richter ghegeue_ heeft metten rechte / ende heeft vercocht erflijc ende e_mermeer vor haer / ende vor haer nacomeli_ghe / Arden moenens sweuers zoen was van Eyke / hem en_ sinen nacomelinge / Een mudde roggen goet ende gheue der maeten van Eersel / Vut alsulken Erue als Didderic winterman hoer vader te hauden plach / ende sie nv houdende is vam hem / soe ware dat ghelegen is / in naeten / oeft in droegen . welc mudde roggen men betalen sal alle iaer op Onser vrouwe_ dach / als + men kersen bornt Ende die vors_ Arde is in ghehoeft / en_ gheerfts / als ghewoenlijc is / Vort soe heeft die vors_ Connegonde gheloeft den vors_ Arden / op hoer / ende op haer goet / Des Coeps / en weer te sijn / Ende alle vorcommer af te + doen / sonder der heren tijns . Gegeue_ int iaer ons heren . Duesent . + Drie + hondert / + vijftich ende sesse / Des achten daghes in Meye .